De sculpturen (boven) en het dak van de grote zaal in de Shuanglin-tempel getuigen van voortreffelijk vakmanschap. [Foto door YI HONG/XIAO JINGWEI/FOR CHINA DAILY]
De bescheiden charme van Shuanglin is het resultaat van decennialang voortdurende en gezamenlijke inspanningen van beschermers van culturele relikwieën, geeft Li toe. Op 20 maart 1979 was de tempel een van de eerste toeristische attracties die voor het publiek werd geopend.

Toen hij in 1992 aan de tempel begon te werken, hadden sommige zalen lekkende daken en zaten er scheuren in de muren. In 1994 onderging de Hal van de Hemelse Koningen, die zich in de slechtste staat bevond, een grote opknapbeurt.

Met de erkenning van UNESCO gingen de zaken in 1997 ten goede. De fondsen stroomden binnen en dat blijft zo. Tot nu toe hebben 10 hallen restauratiewerkzaamheden ondergaan. Ter bescherming van de geschilderde sculpturen zijn houten kozijnen geplaatst. “Deze komen van onze voorouders en kunnen op geen enkele manier worden aangetast”, benadrukt Li.

Sinds 1979 is er onder het toeziend oog van Li en andere bewakers in Shuanglin geen schade of diefstal gemeld. Voordat de moderne veiligheidsmaatregelen van kracht werden, werd er met regelmatige tussenpozen elke dag en nacht handmatig gepatrouilleerd. In 1998 werd een ondergronds watervoorzieningssysteem voor brandbestrijding aangelegd en in 2005 werd een bewakingssysteem geïnstalleerd.

Vorig jaar werden experts van de Dunhuang Academie uitgenodigd om de geschilderde sculpturen te onderzoeken, de inspanningen voor het behoud van de tempels te beoordelen en advies te geven over toekomstige projecten. Het tempelmanagement heeft digitale collectietechnologie aangevraagd die eventuele schade analyseert.

De komende dagen kunnen bezoekers wellicht ook hun ogen uitkijken naar fresco's uit de Ming-dynastie die 400 vierkante meter van de tempel beslaan, zegt Chen.